Zeespiegelstijging – Willen we leven in een half poreuze badkuip?
In 2018 organiseerde Deltares een speciale ‘zeespiegelstijging hackathon’.
Centrale vraag: wat betekent een veel hogere zeespiegel en hoe kunnen we Nederland inrichten als de zeespiegelstijging sterker gaat stijgen dan we denken? Willen we dan in een half poreuze badkuip leven of zijn er meer aantrekkelijke opties?
De door Deltares gestelde uitdaging was fors:
- 3 meter in deze eeuw
- nog eens 5 meter in de eeuw erna
Uit de creatieve brainstorm kwamen vier hoofdrichtingen:
- twee waarin we op onze plek blijven
- één waarin we richting de Noordzee gaan
- een vierde waarin we doen wat elk weldenkend landzoogdier zou prefereren: onze biezen pakken en vertrekken naar hoger gelegen gebied.
Marjolijn Haasnoot kan als begeleider van die hackathon natuurlijk geen persoonlijke voorkeur uitspreken. Wel zegt ze dat het huidige plan is ontworpen op een stijging tot pakweg 1 meter, en dat ze verwacht dat er ergens tussen de 1 en 2 meter een kantelpunt ligt voor onze huidige strategie en dat daarna grote transformatieve ingrepen nodig zijn, waarvoor ze alternatieven gaan uitwerken. En ze maakt een heel belangrijk punt: we moeten kiezen.
Zeespiegelstijging – 4 scenario’s
Haasnoot noemt de vier uitgedachte scenario’s de ‘adaptatiepaden’.
Optie 1 ‘Het Fort’
Als we van Nederland een fort maken, bouwen we gigantische dijken, maar vooral ook gigantische gemalen. Dat moet ook, omdat we op een gegeven moment al het water van de tegen die tijd lager dan de zee gelegen Rijn, Maas, Schelde en Eems over die enorme dijken heen moeten pompen.
De energiekosten zullen hoog zijn – maar dat is niet het enige probleem, want door de enorme gemalen pomp je het zeewater via de bodem je polders in. Dat water krijg je wel weer weg, het zout niet, en dat is funest voor de landbouw in de huidige vorm. Je zou in plaats van een fort dan ook beter van een half poreuze badkuip kunnen spreken.
Optie 2 ‘De stad op palen’
De tweede optie van de zeespiegelstijging erkent dat er grote veranderingen nodig zijn. Met zout grondwater kan de huidige Hollandse landbouw sowieso niet overleven, dus we kunnen net zo goed het water zelf binnenlaten – en dan heel veel ruimte geven aan de rivieren, die in brede estuaria nog net op eigen kracht kunnen afwateren naar zee. In die moerassige gebieden kun je dan steden op palen bouwen, gefundenes Fressen voor futurologen.
Optie 3 ‘Eilanden als zeewering bouwen in de Noordzee’
De derde optie is de ‘aanvalsstrategie’. Deze is tijdens de hackathon niet besproken, maar een idee dat regelmatig naar voren komt: eilanden in zee bouwen. De aanval is de beste verdediging, zullen sommige mensen reflexmatig denken. Haasnoot: ‘Dit is niet vanzelfsprekend het beste idee. Eilanden kunnen golven breken, maar zullen hoger gebouwd moeten worden en ook verbonden moeten worden met het vasteland om het land ook op de langere termijn tegen een hoge zeespiegelstijging te verdedigen. Ook dan moeten we op termijn de rivieren uit de lage delta pompen en zal er zout water via de ondergrond naar binnen dringen.’
Optie 4 ‘Verhuizen’
Dan rest ons nog een vierde optie, en daar wil eigenlijk niemand het over hebben: de huidige kustlijn opgeven en het hogerop zoeken. Omdat steeds dieper onder de zeespiegel zakken niet alleen onveilig is, maar mogelijk ook te duur wordt. Het taboe om ook dit scenario volwaardig te kunnen bespreken, moet worden doorbroken, vinden de geïnterviewden, vanuit de gedachte dat je bij mogelijk verslechterende ontwikkelingen maar beter een plan kunt hebben om de schade zo veel mogelijk te beperken – mocht het zover komen. En om te kunnen becijferen vanaf welke zeespiegelstijging het beter wordt te gaan.
‘Midden-Nederland en Drenthe worden kapen in een nieuwe kustlijn,’ zegt hij. ‘Het is logisch als mensen zich daar gaan vestigen. Maar wat aan Nederlands grondgebied overblijft, is aan de krappe kant, dus velen zullen moeten uitwijken.’
Randstad eilanden
De zeespiegelstijging wordt een kosten-baten-verhaal. Fysisch geograaf Kim Cohen van de Universiteit Utrecht, hoofddocent in ‘coastal dynamics, fluvial systems and global change’, schetst een terugtrekkingsscenario dat in de 22ste eeuw kan beginnen:
‘Midden-Nederland en Drenthe worden kapen in een nieuwe kustlijn,’ zegt hij. ‘Het is logisch als mensen zich daar gaan vestigen. Maar wat aan Nederlands grondgebied overblijft, is aan de krappe kant, dus velen zullen moeten uitwijken over de grens.’
En wat gebeurt er dan in de gebieden waaruit de mens zich terugtrekt? Cohen: ‘Daar ontstaan nieuwe biotopen en er zal daar plaatselijk veel modder uit de Rijn worden ingevangen in de verdronken ruïnes van verlaten Vinex-wijken. Gebieden met Randstedelijke hoogbouw blijven als eilanden over – mogelijk bewoond door een beperkt aantal mensen.’