Vakmensen moeten massaal worden bijgeschoold

Zo’n 70.000 vakmensen in de bouw zullen moeten worden bijgeschoold volgens de Bouwagenda. En daarvan komt een groot deel voor rekening van de installatiebranche.

We moeten allemaal verduurzamen, niet alleen in de gebouwde omgeving. Dat betekent voor heel veel mensen nieuw werk, nieuw economisch perspectief, nieten sectoren komen op, nieuwe exportkansen.

De hele transitie naar minder CO2 en meer hernieuwbare energie is wel een spannende periode. Een periode van kansen voor vakmensen die ervoor willen gaan.

Welke vaardigheden heb je in de toekomst nodig?

Vakmensen vinden is een probleem zegt Aukje Kuypers, directeur van het gelijknamige installatiebedrijf.

Elk jaar komen we 20.000 mensen tekort. En dat stapelt zich op. De bouwsector verandert in al zijn facetten. Dat geldt voor de inhoud van het werk, maar ook voor de technische tools en communicatiemiddelen waarmee wordt gewerkt. Welke vaardigheden heeft de installateur van de toekomst nodig?

1. Technologie

Een belangrijk vakgebied waar medewerkers in de bouwsector continu op de hoogte van moeten blijven is technologie. Smartphones, apps en tablets zijn niet meer weg te denken uit werkprocessen. De verwachting is dat de 3D-printer in de toekomst gebruikt gaat worden om installatieonderdelen te printen. De installateur van de toekomst kan niet alleen werken met verschillende soorten digitale toepassingen, hij heeft ook de flexibiliteit om veranderingen op dit gebied aan te kunnen.

Processen worden straks volledig datagestuurd en het meten / monitoren van installaties wordt daarmee belangrijker. Installateurs moeten daarom weten hoe ze data kunnen meten, de resultaten kunnen interpreteren en de installatie hier vervolgens op aanpassen zodat deze optimaal blijft werken.

2. Communicatie en samenwerken

Vaardigheden op het gebied van communicatie, sociale omgang en samenwerken worden ook steeds belangrijker. Installateurs staan bijvoorbeeld steeds meer in direct contact met klanten. Zowel met de opdrachtgever in de ontwerpfase als met de eindgebruiker in de onderhoud- en beheerfase. Dit vereist bepaalde communicatieve vaardigheden. Klanten spreken vaak niet dezelfde technische taal dus moet je in eenvoudige taal kunnen uitleggen hoe een complexe installatie werkt en voorlichting kunnen geven over de veiligheid en het onderhoud van de installatie.

Aandachtspunten

OTIB deed onderzoek en komt met opvallende conclusies:

• Het onderwijs sluit nog onvoldoende aan bij de toekomstige vraag naar personeel. Daarbij is de samenwerking tussen de sector en het onderwijs een punt an aandacht.
• Het gebruik aan docenten speelt in de toekomst een belangrijke rol
• Een belangrijke ontwikkeling is de toenemende behoefte aan flexibilisering. Deze flexibilisering heeft betrekking op bijvoorbeeld werktijden en beloningsstructuren
• De transitie heeft gevolgen voor de rol van het installatiebedrijf. Omdat de installateur letterlijk en figuurlijk de verbinding kan leggen tussen technologie en de klant en omdat de klant zelf meer weet en daardoor andere vragen en eisen gaat stellen.

Trends gaan sneller

De nieuwe trends en steeds snellere ontwikkelingen zorgen ervoor dat installateurs hun dienstverlening moeten aanpassen. Het oude business model ‘uurtje factuurtje’ gaat op de schop. Het als installateur blijven werken als capaciteitsleverancier en onderaannemer wordt in de toekomst alleen nog gerechtvaardigd als dit zeer efficient gebeurt. Alle andere modellen gaan uit van toegevoegde waarde. Belangrijk is dat het installatiebedrijf zich kan blijven aanpassen en vernieuwen. In andere sectoren hebben ‘game changers’ al voor flinke opschudding gezorgd. Dit kan ook gebeurn in de intallatiebranche.