Sturingskaart Klimaatverandering | waar kunnen we bouwen?

Sturingskaart Klimaatverandering 2024 De risicoklassen zijn verdeeld in JA, JA MITS, NEE TENZIJ en NEE

Er moeten 900.000 woningen worden bijgebouwd. Maar waar gaan we dat doen? Want we willen wel droge voeten houden. Hoe gaan we al die woningen inpassen? En wat zijn de risico’s?

De ‘Sturingskaart ruimtelijk afwegingskader’ geeft richting en antwoorden aan planologen.

Sturingskaart ruimtelijk afwegingskader biedt ruimte

Ook als waterveiligheid, wateroverlast, bodemdaling en beschikbaarheid van drinkwater worden verdisconteerd, is er in Nederland nog voldoende ruimte voor woningen, infrastructuur en bedrijven. Dat blijkt uit het definitieve ‘Ruimtelijk Afwegingskader Klimaatadaptieve Gebouwde Omgeving’ die minister Harbers van IenW afgelopen week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

  • Het ruimtelijk afwegingskader is een ondersteunend instrument voor provincies, gemeenten en waterschappen bij de locatiekeuze voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
  • Het geeft inzicht in de plekken waar, gegeven het water- en bodemsysteem, ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden; eventueel met randvoorwaarden.
  • Daarnaast maakt het afwegingskader ook duidelijk op welke plekken er niet gebouwd kan worden.

Sturingskaarten en stappenplan

Het Ruimtelijk Afwegingskader’ is opgesteld:

  • in de vorm van een beslisboom
  • een serie thematische ‘sturingskaarten’
  • een stappenplan voor het gebruik
  • een overzicht van de locaties waar gebouwd kan worden.
  • De risicoklassen zijn verdeeld in
    JA, JA MITS, NEE TENZIJ en NEE

Vanaf 2025

Het ruimtelijk afwegingskader wordt gebruikt bij alle projecten waarvoor op 1 januari 2025 nog geen bestemmingsplan is vastgesteld. Dit volgt uit de Kamerbrief ‘Water en Bodem sturend‘.

Voor vergevorderde projecten in gebieden die rood op de kaart zijn worden uitzonderingen gemaakt.

Wat vergevorderde projecten zijn, is gedefinieerd in de Kamerbrief ‘Buitendijks bouwen in het Markermeer en IJsselmeergebied’ van 5 oktober 2023.

Er volgt nog een verkenning naar hoe het ruimtelijk afwegingskader het beste geborgd kan worden.

Verwijzingen