Mobiliteit | Zorg voor een knooppunt van waarde

mobiliteitshub Amersfoort

Mobiliteit | Zorg voor een knooppunt van waarde mobiliteitshub Amersfoort
ABC team mbo Amersfoort haalde veel kennis en inspiratie uit de masterclass mobiliteit van Derk Dohle van de Provincie Utrecht.
Amersfoort benadrukt het ABC beleid dat jaren lang gebruikt werd om de bereikbaarheid van locaties in te richten.
Waarbij A-locaties goed met het OV bereikbaar waren, B-locaties een langere reistijd hadden en C-locaties alleen bereikbaar waren met de auto.
Het huidige beleid is gebaseerd op veel meer maatwerk in een samenhangend mobiliteitsysteem. Dohle verwacht dat er steeds minder onderscheid komt tussen OV en auto, ook qua vormgeving en dat traditionele vervoersconcepten steeds meer losgelaten worden.

Onderzoek naar Buurthubs (dec 2022)

Onderzoekers van de HvA/HAN werken met living labs aan de toekomst van buurthubs in Amsterdam en Nijmegen. Het onderzoek helpt mkb-ondernemers bij het ontwikkelen van kansrijke businessmodellen die bijdragen aan de levensvatbaarheid van hun bedrijf, maar ook aan de leefbaarheid, bereikbaarheid, klimaatbestendigheid en economische vitaliteit van buurten. Lees meer

Bereikbaarheid centraal

De mobiliteit is niet van belang, zegt Dohle, het gaat om bereikbaarheid. Je wil van A naar B(ereikbaar) en al die andere interessante plekken die je met elkaar wilt verbinden. En hoe dat ingericht wordt, daar spelen diverse uitdagingen een cruciale rol in.

  1. Een samenhangend mobliteitssysteem
  2. Gebied- en corridor gerichte hubs
  3. Afwegingen zijn gebaseerd op een set aan maatschappelijke doelen waaronder veiligheid, schoon (lucht, groen, circulair) etc. Dus komen snel nieuwe mobiliteitsvormen op zoals e-scooters en swapfietsen
  4. Vraaggestuurd en data gedreven
  5. Flexibel, adaptief beleid
  6. Optimaal benutten bestaande infra
  7. Differentiatie naar het type gebied

Het ABC Beleid verandert dus in van A tot G beleid. Per gebied want de gebiedsbereikbaarheid wordt steeds belangrijker. Dohle pleit voor een balans tussen duurzame bereikbaarheid en reistijd. Mobiliteit die veilig, toegankelijk, betaalbaar, schoon, gezond en stil moet zijn. Het vergt dappere keuzes in de ruimtelijke ordening volgens Dohle met daarin steeds afwegingen die zorgen voor meer efficiëntere en gezondere bereikbaarheid.

Mobiliteit van de toekomst

Als mensen de keuze hebben zouden ze het liefst naar hun werk fietsen zegt Dohle. We moeten af van de functiescheidingen die zorgden voor meer mobiliteit. Dus niet meer woonwijken en bedrijventerreinen scheiden maar kiezen voor een flexibele, slimme, ‘levende’ integratie. Dan kun je bijvoorbeeld elektrische auto’s en parkeerplaatsen veel efficiënter inzetten want overdag voor medewerkers en ’s avonds voor bewoners. Een mobiliteitshub als onderdeel van het ruimtelijk concept zorgt voor nog meer bereikbaarheid want daar scoor je je e-bike, step, scooter en zelfs het door jou bestelde pakketje.

Dohle: “Het is goed dat jullie mobiliteit en bereikbaarheid nu al meenemen in jullie ontwerpkeuzes. Dan denk je dus nu al na over de mogelijkheden van flex kantoren voor startups, studenten en living labs voor en uit de buurt. En werkplekken voor de mensen die daar wonen. Maar denk wel na over het feit dat woon- en werkmilieu op elkaar moeten aansluiten bij de toekomstige bewoners, anders slaat het niet aan.”

Dus vraag je af:

  • Wat voor mensen werken er al in de omgeving?
  • Wat zijn hun woonwensen?

Zorg voor een knooppunt van waarde!

STOMP | voor duurzame gebiedsontwikkeling

STOMP staat voor

  1. Stappen
  2. Trappen
  3. Openbaar Vervoer
  4. Mobility as a Service (MaaS)
  5. Particuliere auto

STOMP wordt toegepast door in de planvorming telkens vijf opeenvolgende stappen te doorlopen. Dit voor elke fase opnieuw (zie ook STOMP in het planproces). Bij elk van de stappen moet in de gebiedsontwikkeling invulling worden gegeven, door antwoord te geven op een aantal vraag- stukken.

  • Stappen (voetganger)
    Hoe een gebied op te zetten dat veel voor- zieningen binnen loopafstand zijn? Hoe de openbare ruimte in te richten voor aan- trekkelijke looproutes en verblijfsruimtes?
  • Trappen (fietser)
    Aansluiten van het fietsroutenetwerk op bestemmingen en voorzieningen. Inpassen van directe en comfortabele fietsroutes.
  • OV
    Hoe een gebied aan te sluiten op het OV-netwerk? Hoe kunnen OV-voorzienin- gen en gebiedsfuncties gecombineerd worden? Wat betekent dit voor de inrich- ting van OV-routes en OV-haltes van/naar en in het gebied?
  • MaaS (Mobility as a Service)
    Welke vormen van MaaS worden in het gebied aangeboden? Welke mobiliteits- diensten worden aan gebruikers aan- geboden? Waar komen hubs met deelfietsen en deelauto’s?
  • Privéauto
    Hoe de privéauto te positioneren dat andere mobiliteitsvormen aantrekkelijker zijn (zonder ‘autootje pesten’)? Op welke wijze moet het gebied (en deelgebieden) bereikbaar zijn voor de privéauto? Hoe de parkeervoorzieningen in het gebied te positioneren?

Mobiliteitshub, waar kun je aan denken?

Er is al sprake van een toename van deelmobiliteit. Vooral in de vorm van deelfietsen en -scooters. Maar wat kan ervoor zorgen dat mensen hun auto wegdoen en met het OV overstappen op een deelfiets/scooter of anders? Bedrijven kunnen hun mobiliteitsbeleid zo inrichten dat het gebruik van openbaar vervoer of parkeren op afstand in combinatie met het gebruik van deelmobiliteit wordt gestimuleerd. Ook het niet zomaar aanbieden van parkeergelegenheid bij bedrijven in stadscentra zorgt ervoor dat werknemers op zoek gaan naar een alternatief.

Daarnaast beschikken veel gezinnen nu nog over een tweede auto die vooral wordt gebruikt voor incidentele ritjes naar de winkel of sportvereniging. Bij een goed aanbod van deelmobiliteit in wijken, kunnen deze ritjes worden ingevuld met deelmobiliteit. Deelmobiliteit kan dan de behoefte aan een tweede auto beperken.

Ruimte is schaars en het is belangrijk dat bij het realiseren van een hub geen openbaar groen verloren gaat. Zo kan er in een wijk al een plan liggen om de wijk te vergroenen en kun je daar met een buurthub mooi op aanhaken.”

Is het duur voor een gebruiker?

Deelmobiliteit toegankelijker maken voor een breder publiek zou een stap dichterbij komen met prijsdifferentiatie. Een kort ritje is vaak nog wel betaalbaar. Maar een lange rit, stel vijf keer zo ver als een kort ritje, is meteen ook vijf keer zo duur. Misschien kunnen die lange ritten relatief goedkoper worden, zodat ook daarvoor deelmobiliteit een aantrekkelijker alternatief wordt.

Wij zijn ervan overtuigd dat we met mobiliteitshubs samen een belangrijke stap kunnen zetten in het structureel verduurzamen van het verkeer in en rond steden!

Pressure Cooker 2019

Het gebruiksgemak laat momenteel nog wat te wensen overlaat maar de mobiliteitshub is over een aantal jaar de normaalste zaak van de wereld.

Gemeenten ontkomen er niet aan. Daarvoor is het vooral ook belangrijk om kennis te delen met grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Zij hebben al behoorlijk wat ervaring. En ook in Eindhoven wordt volop geëxperimenteerd. En ook in Ede gebeurt al veel op het gebied van de mobiliteitshubs.

Mobiliteitshub

Er zijn genoeg redenen voor steden om een mobiliteitshub te realiseren:

      1. Ten eerste worden steden steeds groter en drukker. Er is daarom behoefte om meer van deelmobiliteit gebruik te maken in plaats van de eigen auto.
      2. Ten tweede worden in steeds meer steden zero-emissiezones ingesteld, waardoor er binnen die zones voor ander vervoer gekozen wordt.
      3. Als derde reden zien we dat steden weinig grip hebben op de beschikbare deelmobiliteit, bijvoorbeeld doordat bepaalde locaties uitzonderlijk populair zijn. Dat leidt tot ‘verrommeling’ van het straatbeeld. Om het straatbeeld overzichtelijk te houden, kan het helpen om bepaalde locaties toe te wijzen voor het verzamelen van deelmobiliteit. In feite heb je dan al een mobiliteitshub

Masterclass Mobiliteit

mobiliteitshub Amersfoort

ABC team mbo Amersfoort haalde veel kennis en inspiratie uit de masterclass mobiliteit van Derk Dohle van de Provincie Utrecht.

Amersfoort refereerde naar het ABC beleid dat jaren lang gebruikt werd om de bereikbaarheid van locaties in te richten.

  • A-locaties zijn goed bereikbaar met het OV
  • B-locaties hebben een langere reistijd
  • C-locaties zijn alleen bereikbaar met de auto.

Het huidige beleid is gebaseerd op veel meer maatwerk in een samenhangend mobiliteitsysteem. Dohle verwacht dat er steeds minder onderscheid komt tussen OV en auto, ook qua vormgeving en dat traditionele vervoersconcepten steeds meer losgelaten worden.

Presentatie