Ledlamp is een vinding uit 1927

Ledlamp is een vinding uit 1927

Ledlamp is een vinding uit 1927

Sinds 2014 is de ledlamp doorgebroken maar de eerste uitvinding dateert al van 1927! Dit is de historie van de ledlamp.

Toen Edison in 1879 zijn elektrische verlichting in de vorm van gloeilampen presenteerde, was dat een revolutie. Edison kondigde aan dat elektrisch licht zo goedkoop zou worden, dat alleen de rijken nog een kaars zouden branden. In de twintigste eeuw was de dominantie van elektrisch licht onbetwist.

Toch stonden de ontwikkelingen op het gebied van verlichting niet stil. Met name op het gebied van light-emitting diode (kortweg led) verlichting werd grote vooruitgang geboekt. In 1962 bouwde Nick Holonyak Jr. de eerste led lamp die zichtbaar rood licht uitstraalde. In de jaren ’90 vonden wetenschappers een manier om de led lampen ook wit licht te laten geven.

In eerste instantie was led verlichting te duur voor de doorsnee consument. Maar ledlampen gaan langer mee en verbruiken weinig energie, dus investeerden ook overheden veel in deze technologie. Ook overwegingen op het gebied van milieu spelen een rol. Omdat de gloeilamp relatief veel energie verbruikt, is hij inmiddels binnen de EU verboden. Door verbeteringen in de kwaliteit en efficiëntie van de ledlamp, is led niet meer weg te denken. Energie wordt schaarser en Edisons gloeilamp is inmiddels nauwelijks nog in de winkels te krijgen. In 2014 werd een Nobelprijs uitgereikt aan de uitvinders van de ledlamp.

Uitvinding van de ledlamp

De ontwikkeling van ledverlichting begon veel eerder dan het jaartal 2014 misschien doet vermoeden. Al snel na de ontwikkeling van de gloeilamp werden de eerste vindingen gedaan die zouden leiden naar de ontwikkeling van de ledlamp.

  • Al in 1907 observeerde de Brit H.J. Round dat sommige materialen zoals kristallen oplichten als je er elektriciteit doorheen laat stromen.
  • In 1927, twintig jaar later dus, vond de Rus Oleg Losev de eerste ledlamp uit. Hij had echter nog geen toepassing voor zijn vinding en het patent dat hij op zijn vinding aanvroeg, verdween in een lade en raakte in de vergetelheid.

1962

Een praktische toepassing van ledverlichting liet daardoor tot in de jaren 60 van de vorige eeuw op zich wachten, toen werd het patent namelijk herontdekt. De eerste leds die in 1962 op de markt verschenen, straalden alleen nog infrarood licht uit. Onzichtbaar voor het menselijke oog, maar wel handig voor allerlei andere toepassingen. Met die infrarood leds konden bijvoorbeeld de eerste afstandsbedieningen worden uitgerust. Niet veel later verschenen er ook ledlampen in voor mensen zichtbare kleuren op de markt. Vaak werden die leds gebruikt als indicatielampjes op elektrische apparaten.

Nobelprijs voor ledlampen

Waar die leds echter niet geschikt voor waren, was het verlichten van grote ruimtes. De leds straalden weinig licht uit. In de jaren 90 lukte het om de lichtsterkte van de leds steeds groter te maken. De vinding van de blauwe ledlamp was daarbij een grote doorbraak. Samen met de rode en de groene led, was het nu mogelijk om ook wit licht te produceren. Die vinding was zo belangrijk dat de uitvinders, de Japanners Akasaki, Amano en Nakamura in 2014 de Nobelprijs kregen voor hun uitvinding.

Door de voortschrijdende techniek is het aantal toepassingen voor ledlampen enorm toegenomen. Nog steeds kom je ledverlichting tegen als indicatielichtjes in bijvoorbeeld je computer. Ook worden er nog steeds infrarood leds gebruikt in afstandsbedieningen. Maar je vindt ledverlichting ook in toepassingen die voor de vindingen van Akasaki, Amano en Nakamura ondenkbaar waren, zoals kantoor- en sfeerverlichting, stoplichten en lichten op voertuigen. Groot voordeel van de ledlamp: de verhouding tussen de gebruikte energie en lichtopbrengst bij ledverlichting is veel hoger en door de stimuleringsmaatregelen van de overheid zijn de prijzen van led-lampen nu zo laag dat ze voor iedereen toegankelijk zijn.

Lees ook