Klimaatadaptief bouwen | Waar moet je rekening mee houden?

Ons Jurylid Claudia Bouwens is ook trekker van het KAN Netwerk Klimaatadaptief inrichten van de gebouwde omgeving

Wat houdt klimaatadaptief bouwen concreet in?

Jurylid Claudia Bouwens over klimaatadaptief bouwen:

“Het belangrijkste is om de stad als spons in te richten. Nu zijn veel straten volledig bestraat omdat dat er netjes uitziet. Daardoor komt regenwater niet in de bodem terecht, maar gaat het via het riool en sloten naar zee en zijn we het kwijt.

Een klimaatadaptieve stad neemt water op als er veel neerslag valt en houdt het vast voor tijden van droogte.”

 

Zie voor meer inspiratie de SMARTCirculair Toolkit – Natuurinclusief en Klimaatadaptief Bouwen

 

Biodiversiteit versterkt klimaatadaptief bouwen

Niet voor niets is biodiversiteit één van de zes kolommen op de ‘Maatlat groene klimaatadaptieve gebouwde omgeving’, een landelijke richtlijn die duidelijk maakt hoe klimaatadaptief bouwen en inrichten eruitziet.

Een grote mate van biodiversiteit en klimaatadaptieve bouw versterken elkaar

  • Regenwater opvangen in de bodem werkt het beste met goed doorwortelde aarde
    Denk aan planten met diepe penwortels.
  • Kies je bomen en planten die goed wortelen en bovendien allerlei verschillende dier- en andere plantensoorten aantrekken, dan kan je wijk én meer water, droogte en hitte aan én vergroot je de biodiversiteit.
  • Zo pak je met één oplossing meerdere problemen van klimaatverandering aan.

Aandacht openbare ruimte

Volgens Bouwens gaat het bij klimaatadaptieve bouw op individueel woningniveau vooral om kleine aanpassingen, zoals het regenwater opvangen in een regenton en een groene tuin, gevelbegroeiing en zonwering.

“Het is vooral de openbare ruimte die anders moet. Dat kan wel ten koste gaan van een beetje ruimte, maar qua kosten zullen met name gemeenten meer moeten bijdragen.”

Groen-Blauwe gebiedsinrichting

Dat zijn al lang bestaande verbindingszones, die variatie in biodiversiteit mogelijk maken. Als je bomen kapt en weer nieuwe aanplant, duurt het dertig jaar voordat er voldoende insecten en dus vogels zijn.

Een klimaatadaptieve stad neemt water op als een spons en houdt het vast voor de zomer.

De overheid moet werken met doelen als ‘we geven natuur de ruimte’. Dat ontwikkelt de eigen, regionale biodiversiteit. Waterkwaliteit en reductie van stikstof zijn daarbij belangrijke bijvangst, niet alleen in het landelijk gebied (driekwart van Nederland), maar ook in het stedelijk gebied.’

Regelgeving blijft achter

Kwijt aan zee
Er is nog weinig ervaring met klimaatadaptief bouwen en regelgeving is nog in de maak. Projectontwikkelaars en bouwers kunnen daarbij helpen, denkt Bouwens:

“Wetenschappelijke kennis en beleid moeten we aan de hand van ervaringen in nieuwbouwprojecten samen vertalen naar praktische handvatten. Er wordt ontzettend veel geschreven en gedacht over klimaatadaptief bouwen, maar met het KAN Platform willen we dat tastbaar maken.”

Lees ook