De Nederlandse klimaatdoelen op een rij
De nationale klimaatdoelen zijn vastgelegd in een Klimaatwet waarin de volgende doelstellingen van het klimaat- beleid voor 2030 en 2050 wettelijk zijn verankerd:
- Nederland moet in 2050 de uitstoot van broeikasgassen met 95% gereduceerd hebben t.o.v. 1990
- Voor 2030 is een tussentijds streefdoel gesteld van 49% broeikasgasreductie
- Voor 2050 is, eveneens als streefdoel, opgenomen dat de elektriciteitsproductie 100 % CO2-neutraal is
Met het klimaatbeleid levert Nederland haar bijdrage aan het voorkomen van de wereldwijde opwarming van de aarde en het realiseren van de doelen van de Overeenkomst van Parijs. Hierin is afgesproken de gemiddelde opwarming van de aarde ruim onder de 2°C te houden, met als streven de opwarming te beperken tot 1,5°C.
Klimaatdoelen
Met de Klimaatwet wordt gestuurd op CO2.
Dit betekent dat er niet wordt gestuurd op subdoelen zoals het aandeel hernieuwbare energie en energiebesparing. Het sturen op CO2 heeft tot doel het beleid te richten op de meest efficiente oplossingen.
Hernieuwbare energie en energiebesparing zijn onderdeel van die oplossingen, maar het eindbeeld wordt opengelaten!
Bijdrage aan de Europese doelen voor hernieuwbare energie en energiebesparing
In Europees verband zijn met steun van Nederland Europese doelen afgesproken voor hernieuwbare energie (32%) en energiebesparing (32,5%).
Deze Europese doelen zijn niet direct doorvertaald in nationale doelen. Lidstaten kunnen zelf hun bijdrage aan de Europese doelen bepalen, al geldt er wel een formule voor het minimumaandeel dat van een land wordt verwacht.
Nederland stelt de reductie van broeikasgasemissies centraal in het klimaat- en energiebeleid. Hernieuwbare energie en energiebesparing zijn belangrijke mogelijkheden om de doelen voor CO2-reductie te behalen. Nederland rapporteert via het Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK) over de bijdrage die het aan deze doelen levert.
Verwachte aandeel hernieuwbare energie
Voor het EU-doel voor hernieuwbare energie van 32% heeft de Europese Commissie aangegeven een bijdrage van 26% van Nederland redelijk te achten.
Nederland toont ambitie en richt zich erop om in ieder geval een aandeel van 27% hernieuwbare energie in 2030 te realiseren.
Hoe wil Nederland het energiedeel onder andere realiseren?
- De opwekking in 2030 van circa 49 Terra Watt Hour (TWh) windenergie op zee
- De opwekking van 35 TWh hernieuwbare energie (wind en zon) op land
- De kleinschalige opwek van hernieuwbare elektriciteit uit bijvoorbeeld particuliere zonnepanelen, goed voor circa 10 TWh
Hoe zit het ook weer met die Watt?
Een megawatt (symbool: MW) is gelijk aan een miljoen (106) watt. De productiecapaciteit van energiecentrales wordt meestal in megawatt uitgedrukt, ook wel MWe (met de e van elektrisch). Het thermisch vermogen (de hoeveelheid warmte die vrijkomt) is altijd hoger, en wordt ook wel aangeduid als MWth. De opgewekte warmte gaat deels verloren bij de omzetting naar elektriciteit. Een gigawatt (symbool: GW) komt overeen met 109 watt, een terawatt (symbool: TW) met 1012 watt.