Biobased bouwen is de toekomst
Duurzaam denkende partijen in de bouwsector zijn er inmiddels wel uit: biobased bouwen is de toekomst. We zien in Nederland steeds meer gebouwen die met natuurlijke materialen gemaakt zijn. Van huizen tot hoogbouw in hout.
Volgens het College van Rijksadviseurs ligt de oplossing voor CO2 en stikstof problematieken ook bij de inzet van biobased bouwmaterialen. Natuurlijke, levende materialen, zoals hout, hennep, vlas, lisdodde, bamboe, stro en zeewier. Goed voor het klimaat, de gezondheid van ‘bewoners’ doordat het luchtdicht/damp-open bouwen zorgt voor een gezond binnenklimaat en er kan een heel nieuwe grondstoffen- en materialenstroom op gang komen. Bovendien is biobased bouwen super circulair! En wie wil er nou wonen in ‘een plastic zak met een tuitje’?
Bovendien: De overheid ziet in het biobased bouwen oplossingen voor de klimaat- en stikstofcrisis en wil het stimuleren.
CO2 opslaan in gebouwen
Wij kunnen morgen beginnen, met stro, vlas en hennep. Laat de lisdodden en miscanthus (olifantsgras) ondertussen maar groeien. Het biobased aspect is helemaal niet zo nieuw meer. Het innovatieve is het aan elkaar koppelen: het landschappelijke biodiverse karakter, de groen/blauwe inrichting en de agrariër die kansen ziet om producten te verbouwen.
Geef vorm aan de vijfde economische sector
Het wordt tijd dat er zwengel wordt gegeven aan het ontstaan van een nieuwe ‘vijfde economische sector’ in Nederland. Die van het telen en verwerken van biobased grondstoffen van Nederlandse bodem. Immers: het telen van bouwgewassen biedt nieuwe perspectieven voor Nederlandse boeren. Weilanden waar voorheen het vee liep te grazen kunnen in de toekomst aangewend worden voor andere doeleinden. Hetzelfde geldt voor land waar momenteel nog grote hoeveelheden gras en maïs op worden verbouwd voor gebruik als veevoer.
Bouwgewassen kunnen gebruikt worden voor de lokale productie van isolatiematerialen, plaatmateriaal en interieurafwerking en zo geïmporteerde houtproducten vervangen. Het weinige hout uit eigen land en het hout dat we importeren kunnen we dan constructief en hoogwaardig gebruiken. Voor het isoleren en afwerken kunnen we volledig vertrouwen op lokaal geproduceerde biobased producten. Een garantie dat ze de opbrengst van hun oogst ook kwijt kunnen verlaagt de drempel naar een biobased transitie aanmerkelijk.
Carbon credits
Talrijk zijn de manieren waarop zo’n biobased transitie van boer en bouw de natuur en dus de samenleving ten goede komt. Het op grote schaal koolstof opslaan in onze gebouwen reduceert de CO2 in de atmosfeer. Manieren waarop koolstofopslag geldwaarde krijgt, zoals in de vorm van ‘carbon credits’, zijn in opkomst. Het eerste voorbeeld uit de praktijk is er al met het bedrijf Hempflax, dat ‘carbon credits‘ kan verhandelen op basis van hun hennepteelt. Heel interessant natuurlijk voor het verdienmodel van boerenbedrijven. Daarnaast zorgt de toepassing van biobased materialen voor een verminderde CO2-uitstoot omdat het andere materialen met een veel grotere CO2-voetafdruk verdringt.
De productie van de biobased materialen is relatief makkelijk te industrialiseren en op te schalen als de aanvoer van grondstof eenmaal op gang komt. De lokale grondstoffen en eenvoudige productie leiden tevens tot snelle levering en gunstige prijzen. Daarnaast geeft het lokaal verbouwen, produceren en verkopen van de grondstoffen en producten de plaatselijke economie een impuls.
Natuurlijke bouwmaterialen resulteren niet alleen in een gezondere omgeving om in te wonen of werken maar zijn ook een stuk vriendelijker om mee te werken. Daardoor bevinden werknemers op de bouwplaats zich in gezondere omstandigheden. Natuurlijke isolatie snijd en plaats je gewoon met de blote handen terwijl je voor het werken met glaswol een volledig pak met filtermasker aan moet om huid- en longirritatie te voorkomen.